De onverharde weg was super egaal, breed en slingerde zich fraai in zuidelijke richting langs de rivier. Er lagen wel wat plassen, maar daar dachten we verder niet bij na. Totdat ze in omvang begonnen toe te nemen en het wegdek steeds meer modderige en verraderlijke vormen begon aan te nemen. Op de een of andere manier kwam het niet in ons op dat de enorme regenval van een nacht eerder op de Alvord ook nog wel eens op andere plekken zou kunnen zijn gevallen. Zoals hier.
Al snel werd het een gevecht om de motoren overeind te houden op de ogenschijnlijk vlakke ondergrond. Maar het oppervlak voelde aan als glas, bedekt met een laag frituurvet. Het stuur kon geen enkele invloed meer uitoefenen op de beoogde rijrichting. Terwijl ik vergeefs tegenstuurde met het stuur tot de stuit, ploegde de motor gewoon rechtdoor een sloot in, waarbij we beiden langzaam en sierlijk slagzij maakten.
Met beide voeten klunend op de ondergrond, wist ik de motor rechtop te zetten, erop te klimmen om er weer van af te vallen.
Matt en Scott zagen mijn sporen en kozen andere lijnen, maar ook die bleken te bestaan uit niets dan modder. Al snel zaten we met z’n drieën vast. Ze hielpen me overeind en opnieuw ging ik direct onderuit, totdat Matt mijn probleem zag: het voorwiel draaide zelfs niet meer door de vastgekoekte modder. Een kus des doods.
Na een uur duwen, trekken en oprichten door dit voetbalveld vol modder, begonnen we te overwegen of we de warme bron niet beter konden laten schieten door rechtsomkeer te maken en de rest van de dag beter te besteden. Maar ieder van ons wilde zo enorm graag de magische plek zien. Ik liep een heuvel op en aan de top keek ik uit op een ogenschijnlijk best stevig geplaveide weg. Dat was nog wel het ergste.
We vervolgden toch maar onze weg door per modderige sectie te denken, met steeds opnieuw het troostende idee het ergste achter de rug te hebben. Er kwam geen einde aan: steeds weer omvallende en vastzittende motoren, gevolgd door een korte sectie droge ondergrond. Van ellende besloten we de modder te omzeilen door dwars door het struikgewas te rijden in de berm. Maar die berm bleek zelf ook al bezaaid te liggen met zowel de dood als de gladiolen. Soms waren we het struikgewas zo beu dat we niet vooruit kwamen zonder te vallen, waardoor we opnieuw in de modder terecht kwamen. Of we reden om de modder heen om toch weer in de bagger te stranden die verborgen zat onder het struikgewas. Dit was een oorlog die niet gewonnen kon worden.
6 uur lang moesten we deze krankzinnige martelgang doorstaan, waarbij we goed 9 kilometer ver kwamen. Zo’n anderhalve kilometer per uur; een beetje slak doet het twee keer vlotter.
De kleine, lichte Myth BMW was veel beter opgewassen tegen deze omstandigheden dan de dikke all-roads. Daarom ruilde ik met Scott van motor toen ik te gesloopt was om iedere keer weer de Ducati van de grond te rapen. Hij kon goed overweg met de Ducati, al verslindt een extra honderd kilo (of meer) ieders spierkracht, ongeacht de persoon. Alle kracht en luxe uitstraling van de dikke machines werkten alleen maar tegen tijdens het moddergevecht dat we moesten zien te doorstaan.
Na een kleine 25 kilometer kwamen we terecht op een letterlijke en figuurlijke splitsing van wegen. Met het doorrijden richting de bron zouden we het risico lopen dezelfde keuzes te moeten maken en misschien wel een motor af te schrijven of botten te breken. In het beste geval zouden we de nacht doorbrengen in de woestijn, zonder telefonisch ontvangst, zonder eten en nagenoeg geen water. Ook hadden we de eerste wijze raadgeving van de buitensport in de wind geslagen door niemand vooraf op de hoogte te stellen van onze locatie of route. En waar we uithingen, dat was een verlaten weg die misschien eens per maand door een andere sterveling gebruikt werd. Een aaneenschakeling van foute beslissingen bracht ons op dit mentale kruispunt.
Niemand gaat op avontuur om zichzelf de dood in te jagen, maar het gebeurt toch veelvuldig. Dergelijke situaties zijn zelden het resultaat van een enkele foute keuze, maar vaak de slotsom van een opeenvolging van verkeerde beslissingen. De ene foute keuze lokt vaak een volgende uit, net zoals je na een eerste verkeerde gok steeds verder van huis raakt. We hadden al een aantal keren fout gegokt door midden in het modderbad stug te blijven hopen dat de situatie wel zou verbeteren. En nu werden we geconfronteerd met een dreigende aaneenschakeling van blunders en fouten als we koppig onze weg zouden vervolgen.
Soms is er maar een verstandige keuze: opgeven.
Zoals bergklimmers te maken hebben met een koorts om de bergtop te bereiken, zo waren wij in de ban van een ‘Geheime Warmwaterbron Koorts’, waardoor we verkeerde keuzes hadden gemaakt die onze motoren en onze lichamen schade hadden toegebracht. Scott ging op pad om de andere optie van de splitsing te verkennen. Met enige mazzel zou deze de terugrit na onze opgave droger en makkelijker maken. Niet dus.
Hoewel de modder qua karakter veranderde, werd de hoeveelheid er niet minder om. Het pad van onze aftocht was een stuk kleiner, op sommige punten niets meer dan een vaag geitenpad. Rotsblokken staken meer en meer de kop op en de modder werd alleen maar dieper. Onze enige troost was dat we in ieder geval steeds dichter bij de geciviliseerde wereld kwamen in plaats van nog verder weg.
Na een kleine 12 uur zinloze strijd keerden we terug in Rome, onze startplek. Het enige wat we bereikt hadden was een enorme hoeveelheid slijtage en schade aan onze motoren, uitrusting en lichamen. Zoals de Stones speelden: ‘You can’t always get what you want’. Vandaag was een totale catastrofe in gereden kilometers en bereikte bestemmingen, maar tegelijkertijd een goede reminder dat ogenschijnlijk onschuldige situaties wel degelijk verraderlijk kunnen uitpakken. De handdoek in de ring gooien kan soms de verstandigste beslissing zijn.
Omdat een tweede nacht in Rome zou aanvoelen als zout in een wijd opengesperde wond, besloten we zo’n 50 kilometer door te rijden tot Jordon Valley. Al was het maar om ander eten, een andere motelkamer en hopelijk een andere start van de dag vergeleken bij de eerste in Rome.
De volgende ochtend gingen we op pad naar Leslie Gulch, met overal spierpijn van het oneindig vaak oprichten van onze gevallen motoren. Hoewel weinigen het weggetje door de Owyheen Canyon kennen, is het wel degelijk een spectaculair parcours. Roodgekleurde rotspunten torenen uit boven de slingerende onverharde weg. We hadden gehoopt op wat meer tijd om dit gebied te verkennen, maar onze bizarre avonturen de dag ervoor hadden de ruimte in onze planning weggevaagd. We reden enkele passen voor wat foto’s en trokken vervolgens in noordelijke richting voor lunch.
Een van de gestelde doelen van deze reis was de diverse landschappen van Oregon aan elkaar te rijgen. Omdat de bergweg van dag 1 gesperd was door sneeuw, stelde Matt voor een weg te pakken die ideaal leek om het hoofdstuk ‘Bergen’ aan onze aardrijkskundige rondrit toe te voegen. Met een kleine 640 kilometer rijden in het verschiet, zouden we er goed voor moeten zitten om de bestemming voor het donker te bereiken.
Na twee vulbeurten van onze enorme benzinetanks daalde de temperatuur drastisch bij het naderen van Mount Hood. Los van de nachtelijke regen in de meerbedding, had onze trip tot dan toe meer in het teken gestaan van uiterste temperatuurschommelingen dan van uitbundige neerslag. Dit veranderde aan de voet van de klim, waar een pad omhoog kronkelde dwars door het dichte dennenwoud, om uit te monden in een bergweide. Donkere samengepakte wolken brachten duisternis over Mount Hood. We pakten onze camera’s om onze laatste geografische verrichtingen vast te leggen toen de regen al begon te vallen.
In het plaatsje Hood River vierden we ons laatste diner voordat we afscheid namen van Matt; voor Scott en mezelf was het nog een uurtje rijden voor we thuis aan zouden komen. Onder een brug deden we onze waterdichte voeringen in onze outfits toen ons wel duidelijk werd dat de regen zou aanhouden.
Na 16 uur rijden meldden we ons op deze slotdag bij het thuisfront, na 2.400 kilometer afgelegde kilometers vanaf het startpunt van deze trip. Ieder landschap dat Oregon te bieden heeft, hebben we bereden, waarbij we meer dan 8.000 foto’s en uren aan videomateriaal schoten. Het was bepaald niet het avontuur dat we voor ogen en gepland hadden, maar wel absoluut het avontuur waar we aan toe waren. En terugblikkend kunnen we daar prima mee leven.