Gratis verzending en retour vanaf €99,-

Nadere kennismaking met MotoGP-Rookie Augusto Fernández

Nadere kennismaking met MotoGP-Rookie Augusto Fernández
Spanjaard maakt overstap van Moto2 naar MotoGP
Voor Augusto Fernández moest de zoete smaak van het wereldkampioenschap wachten tot de laatste confrontatie in Valencia. Uiteindelijk was de ontknoping het wachten meer dan waard en maakte deze de euforie enkel nog uitbundiger. Augusto is eindelijk Moto2-wereldkampioen. Laten we even terugblikken op hoe hij de titel behaalde en alvast vooruitlopen op zijn volgende strijdtoneel: de MotoGP.
Van minibikes in de achtertuin tot de MotoGP

Augusto Fernández ging de laatste ronde van het Moto2-wereldkampioenschap in met een bescheiden voorsprong in punten op titelrivaal Ai Ogura. In 19 races had de 25-jarige coureur uit Mallorca acht podia gescoord en vier keer op de hoogste trede gestaan. Ogura was goed geweest voor zeven podia en drie zeges.

Kort daaropvolgend beleefde Augusto nóg een hoogtepunt in zijn carrière; inmiddels heeft hij zijn eerste kennismakingstest afgewerkt op de Tech3 GASGAS Factory Racing MotoGP-machine, waarop hij in maart 2023 zijn racedebuut in de koningsklasse zal maken op de Autódromo Internacional do Algarve in Portugal.

Aan de vooravond van de historische seizoensfinale kwam Fernández langs in het REV’IT! Technology Center op de paddock van het Circuit Ricardo Tormo om te praten over zijn carrière en de dingen die hem nog allemaal te wachten staan. Na zijn eerste test op de MotoGP-motor klampten we hem nog een keer aan om zijn eerste ervaringen op te tekenen.

Waar zette je je eerste stappen op motorgebied?

‘In de tuin van mijn vaders huis toen ik zes jaar was. Ik herinner me nog dat ik een motor voor mijn verjaardag vroeg. Dus kocht hij voor mijn broer en mij een minibike, een 50cc Polini met het nummer zeven erop.

‘We bleven maar rondjes rijden, in eerste instantie met mijn broer achter me aan om de eerste kneepjes onder de knie te krijgen. Maar al snel begonnen we onze skills te verbeteren. Mijn eerste race reed ik toen ik acht was, het Mallorcaanse minibike-kampioenschap.

‘Het eerste contact op racegebied hadden we met Jorge Lorenzo’s vader, José. Die had echt een racementaliteit. Ook al waren we daar alleen maar voor de lol, dan nog was hij ons dingen aan het leren om tegelijkertijd te zien of we talent hadden of niet.

‘Hij was de eerste die ons vertelde dat we misschien maar eens moesten nadenken over een racecarrière. Stap voor stap begon ik races en kampioenschappen te winnen. Van hem leerde ik heel veel omdat-ie ons een hoop technische dingen bijbracht die hij al voor zijn zoon gebruikte.

‘We zagen Jorge titels winnen; de dingen die zijn vader deed hadden dus resultaat. Aan de toekomst dachten we nog niet; we trainden gewoon veel en probeerden te achterhalen waarom we bepaalde dingen deden. Per slot van rekening hadden we vooral ook gewoon plezier.

‘Een van José’s werkwijzen was om echt alles aan te pakken. Dus deed ik aan motocross, trial, supermoto en reed ik straatmotoren. Mijn moeder, broer en ik gingen kriskras Spanje door om alle takken van motorsport te kunnen beoefenen.’

Een seizoen in de Europese Superstock 600-klasse maakte deel uit van jouw traject richting het wereldkampioenschap. Vanwaar de keuze niet in de Moto3 te beginnen?

‘Ik deed ooit een Moto3-test om een team te vinden voor deelname aan het CEV-kampioenschap. Dat was de gebruikelijke aanloop voor iedereen, maar er was wel zo enorm veel geld mee gemoeid. Het bedrag dat gevraagd werd voor een seizoen was gewoon gekkenwerk en voor ons simpelweg te hoog gegrepen.

‘Dus gingen we op zoek naar de goedkoopste optie en vonden een soort van MotoGP Rookies Cup met 500cc-machines als bijprogramma van de Superbikes. Voor mij was het als een Moto3-opleiding: racen op een kluitje, een hoop slipstreamen en harde gevechten. Geweldige jaren waren dat.

‘Maar het was me al duidelijk dat ik MotoGP-rijder wilde worden, geen Superbike-coureur. Alles wat ik deed was een manier om een plekje in de GP-paddock te kunnen bemachtigen. Het was een andere aanpak, maar wel met de achterliggende gedachte zo snel mogelijk op een Moto2-machine te kunnen stappen.

‘In 2015 verhuisde ik naar de Superstock 600. Ik draaide een heel goed seizoen en kon in het kampioenschap meekomen met – inmiddels gevestige namen als – Toprak Razgatlıoğlu en Michael Ruben Rinaldi. Ook Federico Caricasulo was erbij. Ik leerde daar veel, maar de FIM schrapte de klasse uiteindelijk.

‘Ik moest diezelfde klasse eigenlijk overdoen, maar dan op het iets hogere CEV-niveau. We wisten dat de MotoGP-klasse meer naar de CEV-paddock zat te loeren om rijders te trekken. Toen ik eenmaal races begon te winnen, raakten we in gesprek met Moto2-teams en vonden we het pad naar MotoGP.’

Was de overgang van Superstock 600 naar Moto2 een grotere uitdaging dan je vooraf had verwacht?

‘Ik herinner me nog de eerste test met een Moto2-motor. Ik crashte vaak omdat ik niet het gevoel vond met de motor en de banden. Het duurde even voordat ik de machine onder de knie kreeg, het gedrag van het rijwielgedeelte begreep en de Moto2-stijl van rijden onder de knie had.

‘Ik kon dan wel overweg op CEV-niveau, maar het rijden in een WK vroeg om een heel andere rijstijl. Dus moest ik mezelf veranderen en dat viel me zwaarder dan toen ik de overstap maakte van Superstock 600 naar CEV Moto2. Ik moest aanleren om me te focussen op het uitkomen van bochten.

‘Op de Superstock 600-machine en op CEV-niveau remden we superlaat om vervolgens met een hoge naderingssnelheid de bocht in te vliegen. Op GP-niveau is laat remmen niet de manier om hard rond te gaan. Zo begon ik stap voor stap de Moto2 te doorgronden.

‘Moto2 is een van de felst bevochten kampioenschappen omdat iedereen op dezelfde motor zit en iedereen goed is. Het ene weekend kun je strijden voor de zege, op een slecht weekend moet je vechten om überhaupt met punten thuis te komen.

‘Als je zelfs maar een tiende van een seconde mist, kun je zomaar al uit de top tien liggen. Je moet dus op zoek naar de positieve dingen en het vinden van regelmaat. Mijn instelling afgelopen jaar was dat ik er vanuitging niet alle races te winnen, maar dat ik er wel alles aan zou doen om op de slechte dagen in ieder geval wel dicht bij de top vijf te zitten.’

Wat heb je geleerd van racen in Moto2?

‘De slechte dagen waren het leerzaamst voor me. In 2019 reed ik mijn eerste volledige Moto2-seizoen en had ik de snelheid direct te pakken. Ik was het jaar begonnen zonder enige verwachtingen en kon meevechten voor het kampioenschap. Vervolgens had ik twee hele slechte jaren.

‘Natuurlijk leerde ik een hoop van mijn team, maar ook heel veel van de slechte dagen in 2020 en 2021. Om na een beroerde periode weer aan de top te staan, deed me echt heel goed. En het leerde me hoe ik een compleet, regelmatig jaar kon rijden.

‘(Red Bull KTM-teameigenaar) Aki Ajo heeft je niets te melden op goede dagen, maar neemt de druk van je schouders op de slechte dagen. Het eerste deel van het seizoen vond ik het lastig om de resultaten te behalen die we voor ogen hadden. Aki bleef relaxt omdat hij in me geloofde.’

Hoe gebruik je de trainingen als voorbereiding voor een race?

‘Ik train zo veel als kan op gebruikte banden om zo aan het einde van de race nog sterk te kunnen zijn. Je moet je natuurlijk kwalificeren op een van de voorste rijen en altijd proberen een van de snelsten zijn, maar wat ik geleerd heb in Moto2 is dat ‘race pace’ een van de belangrijkste dingen is voor de wedstrijd.

‘Daar kun je echt het verschil maken. Iedereen kan snel zijn op nieuwe banden doordat ze een goed gevoel geven, maar wanneer rijders het fysiek zwaar beginnen te krijgen of bandenslijtage en gebrek aan grip parten beginnen te spelen, dan kan een klein beetje extra een groot verschil maken.

‘Je moet regelmaat hebben en dezelfde snelle rondetijden ronde na ronde kunnen blijven rijden. Ik denk dat ik het bewijs daarvan ben als ik races win. Mijn grootste kracht zit hem in mijn pace in de laatste tien ronden. Dat komt omdat ik juist op dat vlak getraind heb vanaf de eerste vrijdagtraining.’

Ging je het kampioenschapsweekend in Valencia anders in dan voorgaande races?

‘Nee, ik probeerde alles op de gebruikelijke manier te doen. Als voorbereiding op het weekend werkte ik thuis met mijn familie de gebruikelijke trainingen af en had gewoon zoals altijd een bespreking met mijn team.

‘Normaal gesproken train ik op een Yamaha YZF-R6 of een supermoto op een kartcircuit. We zoeken dus naar het soortgelijke gevoel als dat van een Moto2-motor op een groot circuit. Het liefst sluit ik de week af op de R6, waarna ik op de Moto2-motor kan stappen voor het raceweekend.’

Heb je in de aanloop naar de MotoGP jezelf verdiept in die klasse, bijvoorbeeld qua aerodynamica, carbon remmen en banden?

‘Ja, ik heb nu meer aandacht voor dat soort dingen en stel ook vragen. Moto2 heeft een hele goede stap gemaakt toen de klasse van de Honda-blokken naar Triumph ging, met wat meer pk’s en extra elektronica.

‘Ik kijk echt uit naar de MotoGP-test, zodat ik de winter in kan gaan met een idee hoe mezelf lichamelijk voor te bereiden, misschien met een andere trainingsmotor. Misschien is de R6 niet genoeg om volgend jaar goed voorbereid aan de start te staan.

‘Wat ik dit seizoen gezien heb bij al die MotoGP-rookies die elkaar vorig seizoen te lijf gingen in de Moto2, Marco Bezzecchi, Fabio Di Giannantonio en Jorge Martín een paar jaar eerder, is dat ze allen meteen snel waren op een MotoGP-machine.

‘Toegegeven, ze konden allemaal instromen op een Ducati en dat is een hele goede machine. Wat hunzelf betreft, ze hadden direct het niveau te pakken en waren supersnel. Ik denk dus dat de Moto2 een goede leerschool is om direct al een goede MotoGP-coureur te zijn.’

Voor het komend jaar staan 22 raceweekends op het programma, inclusief sprintraces op de zaterdag. Ben jij daar klaar voor?

‘Ik kan me er nog weinig bij voorstellen. De sprintraces worden misschien zwaar omdat de coureurs nu al klagen hoe fysiek veeleisend de MotoGP is. Liever was ik dus wat eerder ingestapt, na het seizoen 2019; dat had een goed moment geweest.

‘Anderzijds, met de volwassenheid en ervaring die ik nu heb, of denk te hebben, zowel binnen als buiten het circuit, en door de manier waarop ik omgegaan ben met problemen in het afgelopen seizoen en mijn slechte jaren, denk ik toch dat dit het ideale moment voor mij is om de overstap naar MotoGP te maken.’

Wat zijn je eerste indrukken van de Tech3 GASGAS Factory Racing MotoGP-machine na je eerste testdag op Valencia?

‘Mijn hele leven al droom ik al van deze eerste test op een MotoGP-machine. Je stelt je het vermogen voor en dat blijkt waanzinnig. Tijdens de bespreking met het team sloeg ik steil achterover over hoeveel nieuwe dingen ik moest proberen. Mijn doelstelling is leren.

‘De MotoGP-motor vraagt een totaal andere aanpak. Van hoe je bochten te lijf gaat tot aan de manier waarop je de motor moet oprichten bij uitaccelereren. Je kunt een hoop spelen met je lichaam om de motor te sturen en slides te controleren.

‘Het verbaasde me dat mijn referentie voor iedere bocht niet eens zoveel afwijkt van die bij een Moto2-motor. Je komt veel, veel harder aanstormen, maar je remt alsnog op min of meer hetzelfde punt. De remvertraging is waanzinnig.

‘In Moto2 ligt de focus op veren en schokdempers. Bij een MotoGP-machine ligt de nadruk op elektronica. Je voelt als rijder dingen en via die weg proberen we te achterhalen hoe alles werkt. Ik moet mezelf dan ook een nieuwe rijstijl aanleren. Wat je bij MotoGP nodig hebt, zijn heel andere dingen dan bij Moto2.

‘Aan snelle rondentijden heb ik nog niet gedacht. Gewoon rondjes blijven rijden, steeds maar weer. Toen ik volgens het team er 83 gereden had, kreeg ik als reactie: ‘Wauw, niet gek…’ Voor nu heb ik wat rust nodig om te beseffen wat me zojuist allemaal overkomen is. Tegelijkertijd Moto2-wereldkampioen zijn en MotoGP-rijder: ik kan het nog steeds niet geloven.’

Leer alle REV’IT! rijders kennen

Augusto Fernández is slechts één rijder in een selecte groep coureurs die het merk REV’IT! vertegenwoordigt in de meest vooraanstaande raceklassen wereldwijd, waaronder MotoGP, WorldSBK en MotoAmerica. Leer alle bevlogen, professionele coureurs uit de REV’IT! familie beter kennen.